Protestantse Gemeente Dreischor-Noordgouwe

1. Klooster Sion

Uit oude documenten is bekend dat de polder Noordgouwe in de tweede helft van de 14e eeuw is ontstaan, nadat Jan van Châtillon, graaf van Blois en heer van Dreischor, de zandplaten en slikken van de westelijke aftakking van de Gouwe, het water dat eertijds het eiland Dreischor van dat van Schouwen scheidde, ter bedijking had uitgegeven aan zijn rentmeester, Willem Wittelenzn de Hont, om deze voor eigen rekening in te polderen. Verondersteld wordt dat er al spoedig iets van een nederzetting is ontstaan op de plaats waar nu het gelijknamige dorp ligt. In de eerste tijd was het nieuw ontstane land alleen nog maar geschikt voor de jacht en het weiden van schapen en hadden er nog verschillende dijkdoorbraken plaats, maar na verloop van een halve eeuw waren er op de meer afgelegen hogere plaatsen uitgestrekte bossen gegroeid die niet of nauwelijks werden geëxploiteerd. Opnieuw namen een inwoner van Zierikzee en zijn vrouw het initiatief om hieraan iets te doen. Dat waren Jan Lievenszn en Dierewij van Zijl. Aan een destijds zeer actieve kloosterorde boden zij hun land ter bebouwing aan en wel om er een klooster te vestigen volgens de regels van de Heilige Bruno van Keulen, die in 1084 pauselijke toestemming had gekregen tot de oprichting van een nieuwe mannelijke kloosterorde. Deze legde zich toe op contemplatie, zwijgzaamheid en noeste arbeid. Naar het eerste klooster, dat in de Chartreuse (een bosgebied in de Franse Alpen nabij Grenoble) verrees, noemde men de ordebroeders bij ons Kartuizers.

In een paar eeuwen was de kloosterorde uitgegroeid tot een enorm netwerk. Over heel Europa verrezen er enige honderden kloosters. Zo ook in de noordelijke Nederlanden, waar zij vestigingen had nabij Zwolle, Deventer, Zutphen, Arnhem, ’s-Hertogenbosch, Dordrecht, Amsterdam en Utrecht. Steeds werd gezocht naar bosrijke plaatsen, die, hoewel afgelegen, toch niet zo ver verwijderd waren van een grote stad, dat men zich daar niet kon bevoorraden en zijn producten afzetten, want elke vestiging werd niet alleen geacht zichzelf te bedruipen, maar ook producten voort te brengen die in de steden konden worden verhandeld. De Kartuizers legden zich toe op de landbouw en ontgonnen grote delen van de polder. Zij noemden hun klooster Sion, naar de berg Sion, waarop Jeruzalem is gebouwd en waarvan Jesaja spreekt in één van zijn visioenen:

‘Laten we optrekken naar de berg van de Heer,
naar de tempel van Jacobs God.
Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen
en wij zullen zijn paden bewandelen’.
Vanaf Sion klinkt zijn onderricht, vanuit Jeruzalem spreekt de Heer.
Hij zal rechtspreken tussen de volken,
over machtige naties een oordeel vellen.
Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers
En hun speren tot snoeimessen.
Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk,
geen mens zal meer weten wat oorlog is.
Nakomelingen van Jacob, kom mee,
laten wij leven in het licht van de Heer.

Het klooster Sion heeft als Kartuizer klooster gefunctioneerd tot omstreeks 1568, toen de Reformatie een eind maakte aan zijn bestaan en het geplunderd werd. Het retabel is bewaard gebleven.
In de 17e en 18e eeuw werd een deel van de gebouwen ingericht tot buitenplaats, maar in de loop van de 19e eeuw werd ook deze bestemming minder aantrekkelijk en verviel het tot een ruïne. Nog tot de jaren ’60 van de vorige eeuw waren er kleine puinhopen zichtbaar en ook nu nog klaagt de eigenaar/gebruiker over plaatselijk aanwezige puinresten. In de loop der eeuwen zijn er diverse restanten uit de grond opgedoken, waaronder de mooi bewerkte voorkant van een stenen altaar, het restant van een koorbank en twee delen van een grafsteen, vermoedelijk van één der laatste aldaar begraven kloosterbroeders.

D.M. Schorer
terug

Protestantse Gemeente Dreischor-Noordgouwe

Doopvont Noordgouwe

Protestantse Gemeente Dreischor-Noordgouwe is een samenwerkingsverband van de Protestantse Gemeente Dreischor en de Protestantse Gemeente Noordgouwe.